22 oktober 2019











11 september 2019

de derde fietsreis van het jaar, nu naar Bretagne, om vrijwilligerstaken te doen voor de stichting Europafietsers. Op de website van Europafietsers had ik volgende gelezen: EuroVelo 4: traject Roscoff-Calais: inventarisatie van de status, vergelijk met boekje Kees Swart (Fietsen rond Het Kanaal), fietsen. 

Ik zocht een treinreis naar Bretagne. Ik wilde de reis ook echt in Roscoff beginnen. Je kunt ook met de boot komen uit Plymouth, maar dat komt een andere keer wel. Vertrek (in verband met de fiets na de spits) via Amsterdam, Schiphol, Rotterdam, Antwerpen naar Lille. In Lille kan je overstappen op een beperkt aantal TGV’s waarin fietsvervoer mogelijk is. Vertrek uit Lille 17:10, aankomst Paris Nord 18:10. Vervolgens gaat een anderhalf uur later een TGV van Paris Montparnasse naar Brest. Tussendoor volgt een geweldig fietsavontuur van ca 7 kilometer, door het Louvre, over de Seine, langs de Boulevard Saint Germain naar het drukke Montparnasse. ’s Nachts om 23:40 arriveerde ik in Brest. Ik had een authentieke havenhotel, met de uitstraling van een asielzoekerscentrum. Gens de Mer.


De volgende dag volgde ik een route, die door Cycle travel planner is berekend. Dit was tot Roscoff een prima route, door een glooiend landschap, veel fietspaden en rustige wegen. Roscoff is een fraai kustplaatsje met een zeehaven vanwaaruit je naar Engeland en Spanje kunt varen. De reder Brittany Ferries is opgericht in de jaren zeventig van de vorige eeuw om de infrastructuur van en het toerisme naar Bretagne te bevorderen. In Roscoff begint de EV4, en ook de route van Kees Swart (auteur van Fietsen rond het Kanaal). Vanaf het begin gaat het al mis met de EV4. Er is een onverhard fietspad met steile hellingen, langs een botanische (exotische) “jardin”, op weg naar Saint Pol de Leon. Dit fraaie stadje ligt tamelijk hoog, dus het wordt voorzichtig afdalen naar de camping aan de kust. Ik had een prima avond in camping Trologot, met een snackbar met wifi en een uiterst “sympa” campinghouder.


De volgende dag begint echt het volgen van de EV4. De eerste 30 kilometer naar Morlaix zijn aan de pittige kant. In de afdaling naar Morlaix kom ik al lopende fietsers tegen, die nota bene zonder bagage zijn. Vervolgens gaat de route noordwaarts langs de kust, waarbij de korte maar steile heuvels niet te omzeilen zijn. Er is geen meter vlak, maar veel lopen hoef je niet. Ik kom aan het einde van de dag bij camping municipal de St. Efflam. Prima plek, op de eerste vlakke weg van de dag. Echter, geen winkel in de buurt en ook geen eetgelegenheid.


Was ik juist blij met een stukje vlakke weg bij de camping, op weg naar Lannion moet ik een aantal keren van de fiets om te lopen, de fiets naar boven duwend. Uiterst gedemotiveerd kom ik in Lannion aan. Hier kan ik kiezen tussen de EV4 en de route van Kees Swart. De route van Kees gaat direct oostwaarts, de EV4 doet een extra rondje westwaarts. Zie onderstaand kaartje, blauwe route is EV4, oranje is van Kees Swart.

De teksten in het het boekje van Kees maken me ook niet erg opgewekt. (bldz 59):
22.5 kr vrw omhoog (klimmen),
23.1 over viaduct en omhoog,
23.8 (klimmen),
32.0 met afdeling hoogteverschil 50 m,
34.1 na korte klim, hoogteverschil 65m),
37.0 km (met afdelaing),
39.1 omhoog,
44.9 Port-Blanc (klim),
47.4 zeer steile klim,
54.5 klim,
55.7 klim.

(Need I say more)... Daarnaast is de EV4 nog pittiger dan de route van Kees Swart.


Er is een treinstation in Lannion. …
Denk denk denk.
Overweeg, peins, prakkizeer.

Ik wil een stukje overslaan, bv. naar Saint Brieuc of naar Saint Malo. Er gaat een trein met een enorme omweg naar Saint Malo, via Guingamp en Rennes. Aan het einde van de middag kom ik aan in Dol de Bretagne. Dit stadje ligt net buiten de route, maar is zeker een aanrader van de bovenste plank (een vette tip). Ik slaap prima in het Hotel de la Gare.



Op weg van Dol-de-Bretagne naar de kust en de (2) routes kom je een puist in het landschap tegen, de Mont Dol. Daar kun je makkelijk omheen fietsen en kom dan weer op de route aan de kust. Hier is het uiterst aangenaam fietsen, op weg naar de Mont Saint Michel.


Vlakke wegen en op deze zondagmorgen was het prachtig weer. De route blijft vlak tot Pontaubalt en ik lunch vlak voor Ducey. De route van Kees Swart gaat hier noordwaarts, de EV4 gaat hier oostwaarts. Dit traject tussen Pontaubalt en Carentan is het grootste verschil tussen de route van Kees Swart en de EV4.  “Fietsen rond het Kanaal” volgt de kust en sluit bij Carentan weer met de EV4. 

Grootste verschil route EV4 en route Kees Swart. 

Le Tour de Manche (ofwel EV4) volgt een aantal voie vertes dwars door Normandië. Beide routes hebben noordelijk van Carentan een lusje van 200 kilometer om naar Cherbourg om te fietsen. Beide routes komen vervolgens langs de Normandische invasiekusten, dit jaar volop in de belangstelling vanwege het 75 jarige jubileum. Ook de nieuwe fietsroute Spoor van de vrijheid begint hier.

Vanaf Ducey volgt een heel lang traject naar Mortain, over een voie verte, een opgeheven spoorbaan waar een fietspad van is gemaakt. Deze weg loopt heel langzaam vals omhoog, dertig kilometer stijgend. Uiteindelijke stijg je zo’n 200 meter. Bij Mortain gaat de EV4 noordwaarts, maar om op de stadscamping te komen moet je naar de stad. Het klimmen wordt hier weer lopen. (Bah). Gevonden met Google : Superfijne camping. Heel goed sanitair. Veel fietsers, erg leuk ( wij waren ook op de fiets). Je moet er wat voor over hebben om er te komen, de laatste weg gaat met 20% omhoog, maar dan ben je wel helemaal weg van alles. Heel goedkoop!!!


De EV4 naar Vire
Vanuit het stadje Mortain volgen we de EV4 route wederom, welke zeer eenvoudig wordt aangegeven met bordjes. Je kunt in feite niet verkeerd rijden.  Dat gaat goed tot Vire. Daarna verlaat je de relatief makkelijke weg en komt een zeer zwaar stuk, vaak gedwongen van de fiets om te lopen. Het is niet zozeer erg hoog, maar wel net te steil. Ik begin hevig aan mezelf te twijfelen, waarom heb ik de kracht en de energie niet om boven te komen. Is dit hongerklop? Ik doe over een stuk van 30 kilometer bijna de hele middag. De camping bij Pont Farcy komt als geroepen. Mooi gelegen camping aan een bocht van de rivier de Vire.

De volgende ochtend ontbijt ik eerst goed bij de plaatselijke bakker, die ook Traiteur is, want ik begrijp niet waarom de kracht en de energie ontbreken. De weg naar Saint-Lo gaat grotendeels over voie vertes en langs rivieren. Weer heb ik overal moeite mee. Ik ben duidelijk niet in topvorm, ik kan het niet verklaren. In Saint Lo ben ik weer bekaf, doornat (soms zit ook het weer niet mee) en in volle 'confusion'. Ik zie erg tegen de komende dagen op als de route weer direct langs de kust gaat bij Etretat en bij Calais. Ik kom bij een station. De verleiding is te groot. De krachten ontbreken, de energie is weg, de wil gebroken. De treinen van TER brengen me in Caen, en vervolgens nog ’s avonds in Lille.

De maan in station Lille Flandres
De laatste dag zit ik met een tweetal Noord Hollandse fietsers in de trein, die beroepshalve (als uitgever van fietsrouteboekjes) een route in Frankrijk hebben gereden. Ook zij hebben een e-bike. (…). Ze zouden van Uitgeverij Pirola in Schoorl kunnen zijn geweest. Ooit heb ik daar (in Schoorl) “Limes deel 2” gehaald. Probleemloos rijdt de trein naar Antwerpen, vandaar is het een crime (een kriem) om in Amsterdam te komen, vertragingen, volle treinen. Voor de middagspits ben ik terug in de Zaanstreek.

Ik voel me bezwaard dat ik de route niet heb voltooid. Ik begrijp nog steeds niet waarom het niet gelukt is. Het volbrengen van een route geeft zoveel meer voldoening. Luttele jaren na de route over de Pyreneën naar Santiago, de route over de Apennijnen en de Alpen van Rome naar Amsterdam (Reitsma route) of de vakantie van 2019 door de Ardennen gaven me minder problemen dan deze wegen. Ik denk dat het voornamelijk door de route komt. In Bretagne volgen de heuvels elkaar permanent op, met vrij pittige stijgingspercentages. De EV4 volgt veel voie vertes, maar in de verbindingsstukken tussen twee opeenvolgende voie vertes is men niet zuinig met zware fietsalternatieven.  Het fietsen met bagage is ten ene male een geheel ander verhaal als een leuk blokje om met de mountainbike aan de mobile home.

De volgende twee route voorbeelden (met dank aan Cycle travel planner) geven een indicatie waarom de EV4 route zo zwaar is. Na het kiezen van een begin en een eindpunt (Roscoff en Pontaubault) komt Cycle Travel Planner met een route van bijna 300 met een bepaald hoogteprofiel.





Als je echter de EV4 aangeeft om te volgen, dan komt er een route uit van 360 kilometer, welke telkenmale 50 tot 100 meter omhoog en dan weer omlaag gaat. Het plaatje met hoogteprofielen spreekt volgens mij voor zichzelf. Alleen het laatste stukje bij Le Mont Saint Michel is vlak.





Ik denk dat het mogelijk moet zijn om een beter fietsbaar alternatief  te maken om van Roscoff naar Normandië te komen. De route van Cycle travel planner van Brest naar Roscoff bewijst dit al. De route die beschreven is in “Normandië en Bretagne tussen Ansjovis en Anjou” is een uitstekend alternatief om door Normandië te komen. Juist ook door het noordelijk deel naar Boulogne sur Mer.

Kees Swart geeft in zijn boekje weer waar en waarom hij afwijkt van de EV4, ofwel de Tour de Manche. Meestal is dat om erg steile stukken over te slaan. Hoewel ook Fietsen rond het kanaal niet geheel ontkomt aan de hoogteverschillen. De hoogteverschillen zijn niet schrikbarend (50 tot 120 met hoogte verschil), maar vervolgens ga je naar beneden en gelijk weer omhoog. Percentages meestal rond de 6-9 procent.

Het boekje van Kees Swart is overigens een prima investering. Het geeft precies weer wat je fietsend kunt verwachten, is uiterst informatief en wordt ondersteund met GPS-tracks, welke ook weer eventuele alternatieven voor bv asfaltwegen of om steile gedeelten te passeren bevatten. Kees Swart beschrijft apart de hoogteprofielen op bldz 146 - 149. 


12 mei 2019

Een week door Polen

Als vrijwilliger voor de stichting Europafietsers reed ik een relatief minder bekend deel van Ring4, ofwel het Poolse deel van de route Gdansk naar Venetië, welke ook gedeeltelijk samenvalt met de route Eurovelo 9.

Ik vertrok op vrijdag 26 april met de trein van 7:00 uur uit Amsterdam en kwam met enige vertraging rond kwart voor negen 's avonds aan in Gdansk.

Om uiteenlopende redenen bleef ik slechts één week in Polen. Ik fietste hierin van Gdansk naar Wroclaw. Daarvandaan keerde ik met de trein in 2 dagen terug naar huis.


Gdansk – Szteklin (ca 75 km)

Gdansk is een levendige stad, het heeft toeristen veel te bieden en kent een boeiende geschiedenis. Het is een havenstad aan de Oostzee, in de onmiddellijke omgeving van Gdansk lokten de nazi's in 1939 de Tweede Wereldoorlog uit, in de jaren tachtig van de twintigste eeuw ontstond hier de vakbond Solidariteit, die mede hielp om Polen van de Russische controle te ontdoen. Vakbondsleider Lech Walesa schopte het zelfs tot president van Polen. De beroemde Duitse schrijver Gunther Grass situeerde in deze stad zijn Dantziger triologie, waarvan Die Blechtrommel het bekendste onderdeel is. Gdansk heeft een fraaie binnenstad met een indrukwekkend fraai raadhuis.



Als fietser is het begin in Gdansk minder geslaagd, karakteristieke kinderkopjes geven de stad een middeleeuwse uitstraling. Dit oogt weliswaar fraai, maar is minder prettig voor de fietser.
Als bij bijna iedere stad zijn de rafelranden van de stad ware uitdagingen voor fietsers,tamelijk slechte wegen en de navigatie scherp in de gaten houden is het devies.




We zijn de stad uit!

Na een aantal kilometer gaat de route over naar fietspaden, welke men hier met gevoel voor historie de Amber Via genoemd heeft.




Daarna is de weg verder goed volgbaar via GPS apparatuur. De GPS-tracks zijn opvraagbaar bij de stichting Europafietsers. Het is zo'n eerste dag vooral wennen aan het land, aan de plaats waar de schaarse fietspaden zijn en aan het verkeer in de dorpjes die je tegenkomt. De weg volgt een autoluwe en rustige route langs diverse kleine dorpjes. Wat opvalt dat deze dorpjes bijna allemaal wel kleine winkeltjes hebben, skleps, waar je de nodige levensmiddelen kunt halen.
Vlak voor de meren (Jeziore Borzechowskie Wielkie) bij Borzechowo ben ik drie kilometer links af gegaan naar Szteklin, een vakantiedorpje.



Daar kon ik een “kamer” huren voor een nacht.


Szteklin – Koronowo (ca 110 km)

Liefhebbers van bossen hebben op deze etappe niets te klagen. Ik schat dat meer dan de helft van deze weg door bossen gaat. Bij Koronowo de afslag links nemens naar Samociarek leidde naar ORW Julia. Dit is een camping met huisjes aan een meer, waar met waterfietsen gevaren kan worden en er is zelfs een jachthaven. De bar en het restaurant waren (nog) niet open, een levensmiddelenwinkel (sklep) ligt honderd meter van de camping verwijderd. De eigenaar doet zijn best Engels te praten. Hij installeert een elektrisch kacheltje in het huisje.






Ook te boeken bij Booking.COM:



Koronowo – Wagrowiec (ca 110 km)

Bij het verlaten van Koronowo ga je een zogenaamd doodlopende weg en belandt in een bos. Daar kan weleens een boom over het pad liggen. AFSTAPPEN.




Er volgt hier een uitgebreid landbouwgebied, welke door eerdere fietsers reeds beschreven is als kolchozen landschap. Dit is een relatief zwaar stuk om te fietsen,vooral als er een stevige westenwind waait en vanwege de weinige afwisseling.



De route leidt naar het stadje Naklo nad Notecia. Er is veel vrachtverkeer kort voor en na deze stadje. Zuidwaarts gaat de route naar Paterek. Hier rechtsaf slaand volgt een lange nieuwe weg met fietspaden.



Deze ongekende luxe van vers assfalt met fietspaden duurt tot Kowaleko. Daarna, bij Gromadno, volgen enkele stevige beklimmingen, welke doen denken aan waterscheidingen. Het landschap blijft landbouwachtig, er staan enkele blikvangers in de vorm van windmolens.

Bij binnenkomst in Wagrowiec vrolijkt dit bord het straatbeeld op:




Er zijn minstens twee hotels in Wagrowiec:

Ik nam hotel Jamajka:
Prima hotel, er is ook een restaurant, waar het goed eten is. Eten en slapen zijn niet duur.

Duurder hotel:


Wagrowiec – Poznan (ca 65 km)

In het begin van de weg tussen Wagrowiec en Poznan volgt de route dikwijls noodgedwongen snelwegen. Zo gauw als mogelijk worden deze drukkere wegen wederom verlaten maar in dit gedeelte komen ze regelmatig voor. Hier volgen ook stukken over zandwegen door bosrijk gebied.

Ineens is hier een voor fietsers bekend beeld: de schelp van St Jacobus. De 9 onder de fiets kom je vanaf hier vaker tegen. (Eurovelo 9).  


De laatste kilometers (10-15) naar Poznan gaan door een bosrijk gebied met onverharde wegen, welke gereden moeten worden op de navigatie. Uitdagend, maar heel goed te doen met behulp van de GPS-tracks. 

Achteraf gezien is dit een van de leukste, fraaiste stukken van de route. 



Dan duikt Poznan op, een fraaie stad aan de rivier de Warta, met een kathedraal, een karakteristiek schilderachtig centrum en een hypermodern winkelcentrum.










Mijn verblijfplaats in Poznan was hotel Topaz. Er zijn veel hotels in Poznan, ook welke dichter bij het centrum liggen.


Poznan is beslist een bezoek waard, het heeft een boeiend centrum en een kathedraleneiland. 


Poznan – Gostyn (ca 82 km)

Zoals aan de noordkant van Poznan de weg door bosweggetjes de stad in leidt, zo is dat ook aan de zuidkant het geval. Scherp navigerend leidt de route zuidwaarts, gedeeltelijk langs de rivier de Warta, waarbij je soms veiligheidshalve moet afstappen.


BELANGRIJK::
Bij Pusczykowko kun je niet meer het spoor over, als de route doet geloven. De spoorbaan is geheel afgezet door hoge groene afzettingen, tegen geluid en voor de veiligheid.


De lichtblauwe versie is mijn versie, de roze is GDANSK – VENETIE. Komend uit het noorden, ga je eerste rechtsaf naar het spoor en na het spoor kun je links af en kom je weer op de route. Je kunt zien dat ik hier een beetje heb lopen zoeken.

Zie ook:



Eurovelo 9 volgt grotendeels Ring 4. 

Bij Blociszewo is een fraai houten kerkje.






Welkom op de eurovelo9.

Hier is het fietsen bijna onmogelijk, in rul zand, te vergelijken of je over de duinen naar het strand wil.


Na de schelp van St Jacobus nu ook een kilometeraanduiding voor Santiago.



Bij Gostyn zijn in ieder geval twee hotels:


&
Pensjomat Absolwent
&
Hotel Podelsna

AdresSportowa 1, 63-800 Gostyń, Polen


Niet duur, maar ook niet erg bijzonder of aantrekkelijk. Kamertje van 4 meter bij 1.8 meter, waardoor het idee van cellen versterkt wordt.


Gostyn – Trzebnyca. (ca 82 km)

Ten zuiden van Gostyn maakt de route een soort van omweg om langs deze kerk te gaan.



Deze etappe is relatief eenvoudig, er zijn geen noemenswaardige knelpunten te vermelden.  Via de landkaarten kwam ik erachter dat de route enigszins ingekort kon worden. 


De roze tekening is de route Gdansk- Venetië, de lichtblauwe is mijn inkorting. De wegen zijn verhard en OK. Ik heb deze weg gekozen omdat er deze dag een stevige westenwind van ca windkracht 5 over de landwegen blies. De route gaat hier niet direct zuidwaarts, maar slingert laverend van oost- naar westwaarts en terug.  

De route voert bij Pakoslaw langs een oud paleis, welke dienst doet als hotel. Oogt bijzonder fraai.

De route voert langs en door een natuurrecreatiegebied bij Ruda Sulowska. Met mooi weer en bij vrije dagen kunnen hier veel groepen fietsers rondrijden. Dit is echt een echt een bijzonder mooi stukje van de route.

Bij dit Rudo Sulowska is een hotel:




Verblijfplaats in Trzebnica.



in het noorden van Trzebnyca:






Trzebnyca – Wroclaw (38 km)

Er is een alternatief voor Ring4 uit Trzebnica en dat is de Eurovelo9. De klim van bijna 2 kilometer is beslist geen sinecure.




Daarna vervolgt de route zich zonder noemenswaardige knelpunten. Weldra is Wroclaw zichtbaar, maar de weg van de buitenwijken naar het centrum kost meer kilometers dan verwacht. Zoals van een grote stad verwacht moet worden, veel stoplichten, veel snelwegen, en een weinig zoeken naar de juiste kant van de weg voor fietspaden. In Polen delen fiets en voetganger veelal de trottoirs.
Het is dan zaak uit te kijken aan welke kant je geacht wordt te fietsen.

Ik verbleef kort in Wroclaw, reed naar het station (Glowny), kocht een kaartje naar Frankfurt a.d. Oder, treinde dezelfde middag nog naar Berlijn, Ostbahnhof, betaalde teveel voor een hotelkamer en spoorde de volgende dag naar Amsterdam.



Algemene opmerkingen bij de route Gdansk – Wroclaw.

Winkels (sklep)

In veel dorpen is in ieder geval een winkel (sklep) te vinden. Die zijn vaak open (ook op zon- en feestdagen) en er kunnen levensmiddelen worden ingeslagen. Dat is nodig want met name op het platteland is er (bijna) nergens gelegenheid tot bv koffiedrinken of lunchen onderweg. Slaapgelegenheden zijn over het algemeen schaars. In de grote steden (Gdansk, Poznan, Wroclaw) zijn wel restaurants, café's en terrassen en is er voldoende gelegenheid voor een lunch- of koffie-pauze. Buiten deze plaatsen zijn deze uiterst schaars. Daarom is het een goede zaak dat er in ieder geval in de meeste dorpen een sklep is. In een sklep is altijd volop bier verkrijgbaar, maar ook fruit, water en melk en brood zijn verkrijgbaar.

De route

Feitelijk word je door de af- en aanwezigheid van slaapgelegenheden gedwongen stevige etappes te maken of hier en daar flink van de route af te wijken.

Ik reisde (te) vroeg in het seizoen (27 april tot 3 mei). Het was te koud voor de campings, toeristen kwam ik bijna niet tegen (2 fietsende Nederlanders van Krakau naar Gdansk). Gebrek aan enige aanspraak maakte de beslissing om (eerder) naar huis te gaan makkelijker. 
De Polen hadden op 1 mei en 3 mei nationale feestdagen. De meeste skleps waren op deze dagen echter gewoon open. De eerste dagen waren tamelijk zonnig, de westenwind wakkerde in de loop van de week stevig aan. Op de grote open vlaktes van de route vond ik dit geen prettige bijkomstigheid. (Het weer in Polen was goeddeels vergelijkbaar met Nederland, ook hier waren Bevrijdingsdag en Koningsdag (2019) koud en winderig).